Als anesthesioloog ben je verantwoordelijk voor alle vitale functies van de patiënt tijdens een operatie. Dat betekent dat er een goede hartslag moet zijn, de bloeddruk corrigeer je zo nodig, de temperatuur moet juist zijn, de patiënt moet voldoende vocht krijgen en de juiste pijnstilling. Maar het allerbelangrijkste is dat de patiënt blijft ademen. Aangezien het vaak nodig is dat een patiënt narcose krijgt en spierverslapping betekent dit dat de patiënt niet kan ademen en dus beademt moet worden. Hiervoor brengt de anesthesioloog een buisje in de keel. Veel geopereerde mensen weten dit niet want dit gebeurt slapend. 

Bij NOMA patiënten is dit een ander verhaal. Vaak zijn de afwijkingen zo heftig dat het lastig wordt om het beademingsbuisje in te brengen. Een ander probleem is dat deze mensen vaak hun mond niet eens open krijgen. Een beademingsbuisje inbrengen kan dan lastig tot onmogelijk zijn. Breng je deze mensen toch onder volledige narcose met spierverslapping en het blijkt dan dat het niet lukt om een beademingsbuisje in te brengen dan heeft dat fatale gevolgen. De veiligste manier is om het buisje wakker in te brengen en dan pas de narcose toe te dienen. Dit heet een wakkere intubatie.

Een wakkere intubatie gaat niet zomaar. Ieder mens zou hoest- en braakneigingen krijgen als je een buisje zomaar in de keel probeert in te brengen. Hiervoor is het van belang dat je goed de keel verdooft. In Laos hebben we niet de conventionele apparaten die we in Nederland zouden gebruiken en moeten we dus een dergelijke verdoving op een inventieve manier toedienen. Aangezien de NOMA patiënten hun mond moeilijk open kunnen doen moet de intubatie via de neus plaats vinden. Een risico daarvan is dat de neus gaat bloeden en dan lukt de intubatie meestal niet meer. Belangrijk is daarvoor dat je de neus voorbereid met speciale druppels. Een ander gevaar kan slijm in de keel zijn, ook hiervoor moeten van tevoren medicamenten worden gegeven.

Als dan aan alle voorwaarden voldaan is dan kan een speciale camera, een fiberoptische scoop, via de neus opgevoerd worden tot in de keel en dan zo door de stembanden. Als de stembanden in zicht zijn en ook weer goed verdooft dan kan het beademingsbuisje zo in de luchtpijp geschoven worden. Even controleren of de buis goed zit en snel de patiënt in slaap maken. Immers is het geen lekker gevoel maar wel levensreddend.

Kamil Wojciechowicz