In tegenstelling tot eerdere missies, waarbij we steeds 2 weken in Vientiane werkten, hebben we dit jaar besloten om 1 week naar Luang Prabang te gaan. De hoop was om de drempel van een lange kostbare reis voor patiënten weg te nemen door in het Provincial Hospital een missie op te zetten om patiënten aldaar te opereren. Het gevolg hiervan was wel dat wij, samen met een OK-team uit het Mahosot hospital en een mini-bus vol met equipment, zelf op pad moesten.
Na een enerverende 8 uur durende busrit over deels onverharde wegen door het zeer fascinerende en nog grotendeels ongerepte noordelijke deel van Laos, arriveerden wij zaterdag aan het einde van de middag in Luang Prabang. Dit is de oude hoofdstad waar in vroeger tijden de koning met zijn familie huisde. Tegenwoordig is het één van de belangrijkste toeristische attracties (UNESCO erfgoed) in Laos waar je je ineens niet meer in Laos waant, maar ergens in een backpackers-/westers bejaardenland.
Na onder het genot van een koude Beer Lao genoten te hebben van de altijd weer indrukwekkende zonsondergang aan de oevers van de Mekong, startten we zondag met de screening van de patiënten. Door een recente aankondiging van onze komst door de WIG (Women International Group), waren uit de noordelijke provincies reeds 37 patiëntjes naar het Provincial Hospital van Luang Prabang gekomen. Ook hadden we de gelegenheid kennis te maken met Jennifer Brown, de Deputy Director van het recent opgerichte en met behulp van westerse vrijwilligers draaiende Lao Friends Hospital for Children. De intentie daar is om zorg naar Westerse maatstaven in te richten. En dat hebben we geweten…. Waar in het Mahosot Hospital alles (deels buiten ons blikveld) vanzelf geregeld wordt en wij met onze Laotiaanse collega’s in wederzijds vertrouwen een behandeltraject hebben opgezet, werden we hier geconfronteerd met een hoeveelheid patiëntenformulieren, waar wij in Nederland zelfs van zouden schrikken.
Vanuit een organisatiemodel, zonder verdere Laotiaanse ondersteuning van het naast deze kliniek gelegen Provincial Hospital (alwaar wij onze patiënten opereren) is gekozen voor een 1 verpleegkundige op 5 kinderen-model. Op zich een mooi streven, maar hierdoor is de capaciteit van de Kinderkliniek door een tekort aan verpleegkundigen helaas zeer beperkt. Hierdoor stond ons voorgestelde operatieprogramma (4 kinderen per dag) op dag 2 al onder druk. Ook was vanuit het organisatiemodel (ingericht door niet-medisch geschoolde Amerikaanse medewerkers in samenspraak met de Canadese arts-directeur) besloten om alle kinderen op 1 zaal te leggen. Met als gevolg dat onze pas-geopereerde patiëntjes tussen met allerlei infecties opgenomen andere kinderen moeten worden verpleegd. Een vriendelijke discussie over inrichting en organisatie bleek niet mogelijk met deze nu al rigide, door niet-Laotianen, gerunde unit. Maar misschien werkt dit ook, hoewel wij er van overtuigd zijn dat verbetering van kwaliteit van zorg vooral samen met de Laotianen moet worden bereikt en niet ondanks.
Na een eerste geslaagde dag waarin 6 patiënten konden worden geopereerd bleek de belasting van het Kinderziekenhuis dermate groot te zijn, dat wij in de avond al te horen kregen dat het programma van dag 2 en 3 teveel kinderen bevatte. Vraag: wat te doen, aangezien er gevoelsmatig geen enkele vorm van resiliëntie bestond bij de westerse staf van het Kinderziekenhuis. Patiënten op andere afdelingen onderbrengen, of operaties afzeggen?
Het Provincial Hospital zelf heeft geen Kinderafdeling meer en op de afdeling Heelkunde zijn de hygiënische maatregelen zelfs voor onze ruim 20 jaar Zuid Oost-Azië ervaring ver beneden peil. Gelukkig bleek dinsdagavond dat er de volgende dag toch voldoende kinderbedden zouden zijn zodat wij niemand hoefden te teleurstellen.
De situatie rond dit kinderziekenhuis, en met name de organisatie ervan, gaf ieder van ons een soms wat onplezierige nasmaak. Het toont eens te meer dat medische ontwikkelingshulp lastig is, maar onzes inziens niet mogelijk is zonder de ondersteuning en participatie van lokale artsen en verpleegkundigen. Maar aan welke westerse maatstaven wil en kan je trouw blijven…??
Toch had het experiment om naar Luang Prabang te gaan wel degelijk ook positieve kanten. Het gezamenlijk op stap zijn met het Mahosot team bleek de saamhorigheid alleen maar groter te maken. Ook de operatie afdeling alhier bleek erg behulpzaam te zijn, door 2 operatietafels op 1 kamer in te richten. Hierdoor hebben we uiteindelijk 22 patiënten in 3 dagen kunnen opereren.
Vandaag de laatste dag opereren en morgen weer terug naar Vientiane. Vrijdag nog een laatste bezoek aan het Mahosot hospital voor een laatste controle van de nog opgenomen patiënten, afscheid nemen en einde van de dag retour Amsterdam via Bangkok. De datum voor ons vertrek in 2017 staat al vast en een aantal nieuwe Noma-patiënten zijn al ‘besteld’. Nu al kijken we uit naar dit nieuwe avontuur. Time flies en 2016 is zo weer voorbij. Ondertussen zullen wij individueel en als stichting het werk dat wij met zoveel passie mogen doen, verder onder de aandacht blijven brengen.